Onlangs vierde affiliate marketing bedrijf Testnet haar 12,5 jarige bestaan. Als oud-medewerker werd ik gevraagd een stukje te schrijven voor een jubileum boekje. Bij deze mijn visie op de ontwikkeling van het internet:
Zoeken, vinden & adviseren
12,5 jaar is lang. Zeker in ‘internetjaren’. Zowel het internet zelf als het gebruik ervan heeft zich ontwikkeld van zoeken naar vinden.
De volgende stap is van vinden naar adviseren, ofwel het web dat ’terugpraat’, al zal dat zeker nog eens 12,5 jaar in beslag nemen vermoed ik.
Het platte internet
Laten we eens 12,5 jaar teruggaan naar het voorjaar van 1998. Google bestond nog uit 2 studenten in een garagebox en het domein google.com was nog maar enkele maanden geregistreerd (september 1997).
Yahoo was als portal een belangrijke ‘ingang’ van het internet. En nu onbekende zoekmachines zoals Altavista en Infoseek waren in opkomst, al geloofde men in de portal; niet in zoeken.
Afbeelding 1: Google homepage in 1998
Het web was behoorlijk plat: je kon klikken op hyperlinks tussen webpagina’s om zo (hopelijk) te vinden wat je zocht.
Je moest veel zoeken, waarbij je afhankelijk was een klein aantal partijen die de belangrijkste directories en andere verzamelingen van hyperlinks beheerden.
Zoeken wordt vinden
We maken een tijdsprong naar 2010. Google is heer en meester op internet met centraal haar zoekmachine als startpunt voor bijna alle activiteiten online.
Iedere internetgebruiker heeft een eigen stem en een eigen plekje op het web: van bijvoorbeeld een profielpagina op Facebook of Linkedin tot een een Twitter account of een blog.
Je bepaalt zelf waar en aan wie je een zoekvraag stelt en je hoeft niet meer actief te zoeken. De combinatie van machinegedreven zoekdiensten, zoals Google, en een netwerk van vrienden en gelijkgestemden vinden binnen enkele seconden de antwoorden op je vragen.
Zoeken heeft plaatsgemaakt voor vinden.
Afbeelding 2: Google homepage 2010
Alles draait om data
Ondanks de vaak relevante en snelle antwoorden van zoekmachines of je netwerk online, moet je alsnog zelf filteren en afwegen welk antwoord het beste aansluit op je vraag.
Met name de zoekmachines leren alle informatie op het web steeds beter ‘begrijpen’ en verzamelen steeds meer data rondom jou, zodat ze sneller een relevanter antwoord kunnen geven.
Google biedt niet voor niets vele fraaie online diensten, zoals Gmail of Google Analytics, gratis aan. Google integreert niet voor niets zo makkelijk met diensten als Facebook, Twitter en Linkedin.
De data die ze daarmee verzamelen stelt de zoekmachine namelijk in staat om steeds nauwkeuriger te bepalen welk antwoord het beste aansluit op je zoekvraag. En deze trend zal zich voorlopig blijven voortzetten.
Van vinden naar adviseren
Dat betekent dat zoekmachines zich gaan ontwikkelen tot systemen die op een gegeven moment voldoende informatie rondom jou hebben verzameld, dat ze je kunnen adviseren.
Op basis van zowel jouw gedrag (in de digitale ‘wereld’) als dat van je online netwerk en gelijkgestemden kunnen deze systemen nauwkeurig bepalen wat voor jou op een gegeven plaats en tijd aansluit bij je behoefte.
Hierin staat de ’trade-off’ tussen het vrijgeven van persoonlijke informatie en het terugkrijgen van persoonlijke antwoorden op je zoekvragen centraal.
Maar het gemak waarmee mensen, met name jonge mensen, informatie over zichzelf vrijgeven op internet, doet mij vermoeden dat de komende 12,5 jaar een verschuiving gaat plaatsvinden van vinden naar adviseren. De tijd zal het leren.